Onderwijshuisvesting (4.2)
- Minimale afwijkingen
Onderwijsbeleid en leerlingzaken (4.3)
- Uit de prognose van RCT Regiorijder blijkt dat voor leerlingenvervoer een stijging wordt verwacht in 2022. Dit is een gevolg van de NEA-index (contractueel overeengekomen) van 2,5% en meer schooldagen in 2022 dan 2021. Daarnaast werd afgelopen jaren de stijging gedekt met incidentele voordelen en was het structureel budget voor leerlingenvervoer niet volledig in de begroting verwerkt. Dit resulteert in een verhoogde begroting van €150 dzd vanaf 2022.
- Uit het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) worden voor de jaren 2021 (€133 dzd), 2022 (€319 dzd) en 2023 (€186 dzd) middelen ontvangen voor herstel en ontwikkeling van het onderwijs na corona. Voor deze middelen is een bestedingsplicht, deze worden daarom budgetneutraal begroot (lasten en baten gelijk).
- Een andere afwijking in de lasten en baten t.o.v. 2020 betreft de reservering van de niet-bestede (geoormerkte) rijksmiddelen voor onderwijsachterstanden in 2020 (OAB) van €643 dzd. De niet bestede middelen zijn in 2020 (en 2019) gereserveerd, en zijn beschikbaar voor de resterende jaren in deze termijn. Indien deze ontvangen middelen aan het einde van de betreffende termijn niet besteedt zijn aan de doelen waarvoor deze middelen verkregen zijn, dienen deze terugbetaald te worden. Ook voor deze middelen is een bestedingsplicht, en worden daarom budgetneutraal begroot.
- Restant betreft minimale afwijkingen.